De komende jaren moet TenneT ruim 140 hoogspanningsstations van 110- en 150-kV vervangen; de huidige stations naderen het eind van hun levensduur. Met gemiddeld acht velden per station gaat het om ruim 1.100 velden. TenneT wil jaarlijks tien tot vijftien vervangen stations opleveren. En er zijn meer factoren die om vernieuwing schreeuwen. De vraag naar aansluitingen voor elektriciteit groeit sterk en het hoogspanningsnet wordt intensiever gebruikt door elektrificatie van het energiesysteem.
Sneller - en daarmee slimmer - hoogspanningsstations bouwen. Dat is de focus voor de eerstvolgende stap in het Bay Replacement Program, TenneTs meerjarenprogramma dat moet leiden tot efficiëntere bouw en onderhoud van de stations. Welke stappen zijn er tot nu toe gezet en hoe gaat het verder? Een overzicht over de doelen en ontwikkelingen van BRP.
Juist in die groeimarkt is er steeds minder technisch personeel beschikbaar. De huidige hoogspanningsstations verschillen van oudsher ook nog eens allemaal van elkaar – een erfenis uit de jaren 70 van de vorige eeuw. Het maakt de optelsom compleet: een groeiende markt met meer vraag, minder personeel en stations aan het einde van de levensduur.
“Een stationsconcept dat zoveel als mogelijk gebouwd wordt met modulaire componenten, is het efficiënte antwoord op de uiteenlopende technische oplossingen die we nu nog zien bij stations”, stelt Esmée Bertens, bij GFO-N-BRP verantwoordelijk voor Digitalisering en Leren & verbeteren. De voordelen van modulaire bouw laten zich raden: prefab hoogspanningsvelden worden in een fabriek geassembleerd en getest, waarna ze zo compleet mogelijk in het station worden geplaatst. Voorzien van de nieuwste techniek kan de conditie van de assets vaak op afstand worden bewaakt. Nadelen zijn er zeker ook, maar ze wegen niet op tegen de voordelen van bouwen én ouderhouden met standaardcomponenten.
“De keuzes voor standaarden en modulaire opbouw van stations zijn ontwikkeld en getest. De cruciale vervolgstap is nu: digitaliseren. Oftewel het opzetten van een digitale productcatalogus”, aldus Esmée. “Op die manier gaan we van engineeren naar configureren, waardoor projecten starten vanuit de digitale standaard van Bay Replacement en er alleen aandacht hoeft te zijn voor projectspecifieke inpassingsvraagstukken. Dan kunnen we opschalen, echt versnellen en meer voorspelbare resultaten boeken in kwaliteit, tijd en kosten. Dit is de ontwikkelfase waarin het poppetje in de PowerPoint eerst nog kruipt, maar dan opstaat en gaat rennen. We noemen dat de lopende band op snelheid brengen. Ook daarvoor moeten we nog veel werk verzetten.”
Opdrachtgever TenneT krijgt in deze nieuwe markt zelf ook een andere rol. De grote marktpartijen zijn steeds meer partners en ontwikkelaars voor de oplossingen die TenneT omarmt en implementeert. Een logische beweging als er gelijktijdig zoveel nieuwe techniek ontwikkeld moet worden.
Met Croonwolter&dros en Strukton zat TenneT aan de tekentafel voor de eerste ontwerpen van de gestandaardiseerde en modulaire AIS en GIS stations. Nu, anno 2024 zijn de eerste stations met goedgekeurde BRP-standaarden opgeleverd. Dat zijn de eerste twee AIS-stations, een van 110kV (Hengelo Weideweg) en een van 150kV (Nederweert).
Het is de basis voor de grootschalige vervanging van hoogspanningsstations in Nederland. Bij de uitvoering van de vervangingsoperatie van de verouderde 110- en 150-kV stations, zijn in totaal vijf marktpartijen betrokken. Inmiddels zijn in totaal 50 stationsvervangingen in voorbereiding of uitvoering.
“De keuzes voor standaarden en modulaire opbouw van stations zijn ontwikkeld en getest. De cruciale vervolgstap is nu: digitaliseren. Oftewel het opzetten van een digitale productcatalogus”, aldus Esmée. “Op die manier gaan we van engineeren naar configureren, waardoor projecten starten vanuit de digitale standaard van Bay Replacement en er alleen aandacht hoeft te zijn voor projectspecifieke inpassingsvraagstukken. Dan kunnen we opschalen, echt versnellen en meer voorspelbare resultaten boeken in kwaliteit, tijd en kosten. Dit is de ontwikkelfase waarin het poppetje in de PowerPoint eerst nog kruipt, maar dan opstaat en gaat rennen. We noemen dat de lopende band op snelheid brengen. Ook daarvoor moeten we nog veel werk verzetten.”
Opdrachtgever TenneT krijgt in deze nieuwe markt zelf ook een andere rol. De grote marktpartijen zijn steeds meer partners en ontwikkelaars voor de oplossingen die TenneT omarmt en implementeert. Een logische beweging als er gelijktijdig zoveel nieuwe techniek ontwikkeld moet worden.
Met Croonwolter&dros en Strukton zat TenneT aan de tekentafel voor de eerste ontwerpen van de gestandaardiseerde en modulaire AIS en GIS stations. Nu, anno 2024 zijn de eerste stations met goedgekeurde BRP-standaarden opgeleverd. Dat zijn de eerste twee AIS-stations, een van 110kV (Hengelo Weideweg) en een van 150kV (Nederweert).
Het is de basis voor de grootschalige vervanging van hoogspanningsstations in Nederland. Bij de uitvoering van de vervangingsoperatie van de verouderde 110- en 150-kV stations, zijn in totaal vijf marktpartijen betrokken. Inmiddels zijn in totaal 50 stationsvervangingen in voorbereiding of uitvoering.
Juist in die groeimarkt is er steeds minder technisch personeel beschikbaar. De huidige hoogspanningsstations verschillen van oudsher ook nog eens allemaal van elkaar – een erfenis uit de jaren 70 van de vorige eeuw. Het maakt de optelsom compleet: een groeiende markt met meer vraag, minder personeel en stations aan het einde van de levensduur.
“Een stationsconcept dat zoveel als mogelijk gebouwd wordt met modulaire componenten, is het efficiënte antwoord op de uiteenlopende technische oplossingen die we nu nog zien bij stations”, stelt Esmée Bertens, bij GFO-N-BRP verantwoordelijk voor Digitalisering en Leren & verbeteren. De voordelen van modulaire bouw laten zich raden: prefab hoogspanningsvelden worden in een fabriek geassembleerd en getest, waarna ze zo compleet mogelijk in het station worden geplaatst. Voorzien van de nieuwste techniek kan de conditie van de assets vaak op afstand worden bewaakt. Nadelen zijn er zeker ook, maar ze wegen niet op tegen de voordelen van bouwen én ouderhouden met standaardcomponenten.
De komende jaren moet TenneT ruim 140 hoogspanningsstations van 110- en 150-kV vervangen; de huidige stations naderen het eind van hun levensduur. Met gemiddeld acht velden per station gaat het om ruim 1.100 velden. TenneT wil jaarlijks tien tot vijftien vervangen stations opleveren. En er zijn meer factoren die om vernieuwing schreeuwen. De vraag naar aansluitingen voor elektriciteit groeit sterk en het hoogspanningsnet wordt intensiever gebruikt door elektrificatie van het energiesysteem.
Sneller - en daarmee slimmer - hoogspanningsstations bouwen. Dat is de focus voor de eerstvolgende stap in het Bay Replacement Program, TenneTs meerjarenprogramma dat moet leiden tot efficiëntere bouw en onderhoud van de stations. Welke stappen zijn er tot nu toe gezet en hoe gaat het verder? Een overzicht over de doelen en ontwikkelingen van BRP.