John Meulepas, projectmanager bij Hanab Energy Solutions ziet veel potentie in het BRP-concept. “Met standaardisatie, prefab onderdelen en het IEC61850-protocol kunnen we sneller bouwen én sneller in bedrijf gaan.” Toch is de standaard nog niet af. “We blijven leren en verbeteren.” Hij pleit voor betere uitwisseling tussen partijen. “Hoe meer we delen, hoe sneller we vooruitgaan.” Wat hij waardeert, is de saamhorigheid: “Iedereen werkt aan hetzelfde en dat schept een band.” Maar de fysieke samenwerking kan beter. “We zitten soms nog in onze oude werkwijze.” De grootste uitdaging is het eigen maken van de BRP-standaard, vooral rondom besturing en het nieuwe protocol. “Dat kost energie, maar we komen er wel.

In juli startte de bouw van een nieuw hoogspanningsstation op bedrijventerrein Zenkeldamshoek in Goor. Het bestaande station is verouderd en biedt geen ruimte meer voor uitbreiding. Daarom bouwen TenneT en Enexis samen een nieuw station op een naastgelegen perceel. Dit station biedt plaats voor vier extra velden – klaar voor de toekomst.
Bijzonder aan dit project is dat we in Goor voor het eerst binnen BRP emissiearm bouwen. Ook werken we voor het eerst samen met partner Omexom. Voor projectleider Stefan Biesheuvel is het een leerzame start: “We werken met nieuwe mensen, op een nieuwe manier én op een nieuwe plek. Dat vraagt wat van iedereen, maar het geeft ook veel energie.” De samenwerking met Omexom verloopt goed, al moet iedereen nog zijn plek vinden. “Het is pionieren,” zegt Stefan. “Maar juist daardoor leren we samen snel wat werkt.”


Voor Jacques Ottenheim, werkverantwoordelijke bij TenneT, was de samenwerking tussen TenneT en Croonwolter&dros een hoogtepunt in het project Nederweert. “Samen bouwen aan iets nieuws geeft energie,” blikt hij terug. Tegelijkertijd ziet hij verbeterpunten, vooral in de afstemming tussen de primaire en secundaire disciplines. Een grote winst? “Dat de MGU’s nu in een loods worden geplaatst, zoals bij BRP Breda. Dat maakt het werk overzichtelijker en veiliger.” Wat het meeste energie kostte, was het onverwacht in bedrijf nemen van transformator 3 en een planning die telkens moest worden bijgesteld. Ook het feit dat het CDG-testen en MGU-fase niet tegelijk liepen, was een uitdaging. “Alles is nieuw, dus iedereen moet leren. Dat hoort erbij, maar het vraagt veel.”
Jacques Ottenheijm over Nederweert 150 kV
John Meulepas over samenwerken en standaardiseren
Ronald Janssen over drie jaar BRP
Eerste BRP-station met emissiearm bouwen in Goor
Jeroen Koster over voorbereidingsfase in Veenendaal
Toch zijn er ook positieve punten. “We kijken vroeg mee in het ontwerp. Daardoor vinden we slimme oplossingen die anders pas veel later – of misschien nooit – in beeld zouden komen.”
De grootste uitdaging? “Twee projecten op een klein perceel, midden in een woonwijk. Daarom voeren we de werkzaamheden na elkaar uit in plaats van tegelijk. Ook het gebruik van GIS2.0 is nieuw voor ons. We bouwen hiermee slechts vier stations; daarna stappen we weer over op traditioneel GIS. Dat maakt leren lastig.”
Zijn advies aan collega’s: “Wees flexibel, praat met elkaar en luister. We gaan in dit programma nog veel hindernissen tegenkomen – op kantoor én in het veld. Maar juist daarin kunnen we ons onderscheiden.”
Bij het BRP-project Veenendaal zijn we nog in de voorbereidingsfase. Toch is het realisatieteam al vroeg aangehaakt. Dat helpt om knelpunten in een vroeg stadium te signaleren en aan te pakken.
Projectleider Jeroen Koster vertelt: “De aanbesteding kost veel tijd en energie. Door verloop van personeel en de kwaliteit van het overdrachtsdossier ontstaan er veel vragen – meer dan 150 via de NVI. Ook bezoeken aan Veenendaal en Alphen aan den Rijn maken duidelijk dat de aannames over de kennis van de EU303-partner niet altijd kloppen.” Wat hem verbaasde? “We zijn al een tijd bezig met BRP, maar veel afspraken en processen zijn nog niet overal bekend of afgestemd. Ook de samenwerking met netbeheerder Stedin is pas kort geleden echt opgestart.”
over Veenendaal: een project met uitdagingen én inzichten - SPIE
Ronald Janssen, projectadviseur bij TenneT, is inmiddels drie jaar betrokken bij BRP en ziet een positieve ontwikkeling. “De samenwerking met de 303-partners heeft geleid tot veel ontwerpverbeteringen. Het programma krijgt meer bekendheid binnen TenneT en dat helpt.” Tegelijkertijd merkt hij dat de afstemming met REM en ROM beter kan. “Ruimte voor toekomstige uitbreiding wordt soms vergeten bij grondaankopen.” Ronald pleit ervoor dat TenneT meer zelf het voortouw neemt in vergunningen en omgeving. “Dat werkt beter dan via een aannemer, zo merkte ik bij station Best.” Zijn grootste uitdaging? Interne collega’s overtuigen van het belang van meewerken aan BRP. “Het levert op termijn juist versnelling én kostenvoordeel op.”

Drie perspectieven op BRP
Ervaringen uit het veld


John Meulepas, projectmanager bij Hanab Energy Solutions ziet veel potentie in het BRP-concept. “Met standaardisatie, prefab onderdelen en het IEC61850-protocol kunnen we sneller bouwen én sneller in bedrijf gaan.” Toch is de standaard nog niet af. “We blijven leren en verbeteren.” Hij pleit voor betere uitwisseling tussen partijen. “Hoe meer we delen, hoe sneller we vooruitgaan.” Wat hij waardeert, is de saamhorigheid: “Iedereen werkt aan hetzelfde en dat schept een band.” Maar de fysieke samenwerking kan beter. “We zitten soms nog in onze oude werkwijze.” De grootste uitdaging is het eigen maken van de BRP-standaard, vooral rondom besturing en het nieuwe protocol. “Dat kost energie, maar we komen er wel.


In juli startte de bouw van een nieuw hoogspanningsstation op bedrijventerrein Zenkeldamshoek in Goor. Het bestaande station is verouderd en biedt geen ruimte meer voor uitbreiding. Daarom bouwen TenneT en Enexis samen een nieuw station op een naastgelegen perceel. Dit station biedt plaats voor vier extra velden – klaar voor de toekomst.
Bijzonder aan dit project is dat we in Goor voor het eerst binnen BRP emissiearm bouwen. Ook werken we voor het eerst samen met partner Omexom. Voor projectleider Stefan Biesheuvel is het een leerzame start: “We werken met nieuwe mensen, op een nieuwe manier én op een nieuwe plek. Dat vraagt wat van iedereen, maar het geeft ook veel energie.” De samenwerking met Omexom verloopt goed, al moet iedereen nog zijn plek vinden. “Het is pionieren,” zegt Stefan. “Maar juist daardoor leren we samen snel wat werkt.”
Toch zijn er ook positieve punten. “We kijken vroeg mee in het ontwerp. Daardoor vinden we slimme oplossingen die anders pas veel later – of misschien nooit – in beeld zouden komen.”
De grootste uitdaging? “Twee projecten op een klein perceel, midden in een woonwijk. Daarom voeren we de werkzaamheden na elkaar uit in plaats van tegelijk. Ook het gebruik van GIS2.0 is nieuw voor ons. We bouwen hiermee slechts vier stations; daarna stappen we weer over op traditioneel GIS. Dat maakt leren lastig.”
Zijn advies aan collega’s: “Wees flexibel, praat met elkaar en luister. We gaan in dit programma nog veel hindernissen tegenkomen – op kantoor én in het veld. Maar juist daarin kunnen we ons onderscheiden.”
Bij het BRP-project Veenendaal zijn we nog in de voorbereidingsfase. Toch is het realisatieteam al vroeg aangehaakt. Dat helpt om knelpunten in een vroeg stadium te signaleren en aan te pakken.
Projectleider Jeroen Koster vertelt: “De aanbesteding kost veel tijd en energie. Door verloop van personeel en de kwaliteit van het overdrachtsdossier ontstaan er veel vragen – meer dan 150 via de NVI. Ook bezoeken aan Veenendaal en Alphen aan den Rijn maken duidelijk dat de aannames over de kennis van de EU303-partner niet altijd kloppen.” Wat hem verbaasde? “We zijn al een tijd bezig met BRP, maar veel afspraken en processen zijn nog niet overal bekend of afgestemd. Ook de samenwerking met netbeheerder Stedin is pas kort geleden echt opgestart.”
over Veenendaal: een project met uitdagingen én inzichten - SPIE
Voor Jacques Ottenheim, werkverantwoordelijke bij TenneT, was de samenwerking tussen TenneT en Croonwolter&dros een hoogtepunt in het project Nederweert. “Samen bouwen aan iets nieuws geeft energie,” blikt hij terug. Tegelijkertijd ziet hij verbeterpunten, vooral in de afstemming tussen de primaire en secundaire disciplines. Een grote winst? “Dat de MGU’s nu in een loods worden geplaatst, zoals bij BRP Breda. Dat maakt het werk overzichtelijker en veiliger.” Wat het meeste energie kostte, was het onverwacht in bedrijf nemen van transformator 3 en een planning die telkens moest worden bijgesteld. Ook het feit dat het CDG-testen en MGU-fase niet tegelijk liepen, was een uitdaging. “Alles is nieuw, dus iedereen moet leren. Dat hoort erbij, maar het vraagt veel.”
Ronald Janssen, projectadviseur bij TenneT, is inmiddels drie jaar betrokken bij BRP en ziet een positieve ontwikkeling. “De samenwerking met de 303-partners heeft geleid tot veel ontwerpverbeteringen. Het programma krijgt meer bekendheid binnen TenneT en dat helpt.” Tegelijkertijd merkt hij dat de afstemming met REM en ROM beter kan. “Ruimte voor toekomstige uitbreiding wordt soms vergeten bij grondaankopen.” Ronald pleit ervoor dat TenneT meer zelf het voortouw neemt in vergunningen en omgeving. “Dat werkt beter dan via een aannemer, zo merkte ik bij station Best.” Zijn grootste uitdaging? Interne collega’s overtuigen van het belang van meewerken aan BRP. “Het levert op termijn juist versnelling én kostenvoordeel op.”

Ervaringen uit het veld
