
Uitvoering met Renata Salomé - Ozorovskaja
Eén team, eén taak

Geleidermontage
Zo trok SPIE de geleiders tussen de nieuwe masten

Engineering
Ondergronds
begonnen, boven-
gronds verbonden

Cultuurtechnisch herstel
Met boerenverstand aan tafel

Wist je dat...
Facts Engineering en uitvoering

BAM
Mijn achtertuin, mijn verantwoordelijkheid
Zo’n grote verbinding bouw je niet alleen. In Zeeland werkten meerdere aannemers samen aan dit project. BAM Infra en Valmont SM waren actief op het eerste deel van het traject. Switch en VDL Network Supplies namen het tweede stuk voor hun rekening. SPIE hing de hoogspanningslijnen in de masten. Overal werd gewerkt met oog voor natuur, landschap en omgeving. Ook de samenwerking met bewoners en gemeenten speelde een belangrijke rol.
Wat gebeurt daar

“Dit is de plek waar het allemaal gebeurt. Niet achter een bureau op een kantoor, maar hier in het veld. Waar van niks iets ontstaat.”
Zo’n grote verbinding bouw je niet alleen. In Zeeland werkten meerdere aannemers samen aan dit project. BAM Infra en Valmont SM waren actief op het eerste deel van het traject. Switch en VDL Network Supplies namen het tweede stuk voor hun rekening. SPIE hing de hoogspanningslijnen in de masten. Overal werd gewerkt met oog voor natuur, landschap en omgeving. Ook de samenwerking met bewoners en gemeenten speelde een belangrijke rol.

Het team zat vast in frustratie en negativiteit. Niemand zag nog hoe het beter kon. Om de samenwerking nieuw leven in te blazen, gingen collega’s actief aan de slag met coaching. Zo ontstond ruimte voor frisse energie en hernieuwd vertrouwen bij ervaren collega’s. En kwam er weer ruimte voor initiatief. Toen de deadline dichterbij kwam, veranderde de sfeer. Iedereen hielp elkaar, er heerste een sfeer van één team, één taak. “Niemand zei meer: dit zit niet mijn taak.”
En met resultaat: inmiddels stroomt er elektriciteit door de nieuwe verbinding. “En als we de hoogspanningsverbinding opleveren, vieren we dat samen.” Succesvol bouwen draait om verbinden, luisteren en oog hebben voor elkaars belangen. Empathie is daarbij onmisbaar. We realiseren ons goed dat bouwen op iemands land, of vlak langs een woning, veel invloed heeft. Juist daarom vinden we het belangrijk om aandacht te hebben voor iedereen om ons heen. Vroeger draaide het om conflictmanagement. Nu zeg ik: zet in op mediation. Voer het gesprek op tijd, voordat het escaleert. Het mooiste resultaat is: samen met trots kunnen opleveren. Dankzij elkaar.
hoe zo'n bouwproces werkt?
Bekijk dan de video.
Toen Renata drie jaar geleden bij TenneT begon, liep het project allesbehalve soepel. De werkzaamheden lagen stil en de samenwerking met de aannemer zat muurvast. “We waren elkaar in de samenwerking min of meer kwijtgeraakt,” zegt ze. In plaats van afstand te houden, stapte Renata er middenin. Ze zocht actief contact om het gesprek aan te gaan. Zowel met haar eigen team als met de mensen van de aannemer. “Ook daar werken mensen die met lood in de schoenen naar hun werk gingen. Zodra je dat erkent, kun je samen verder.” Ze vroeg haar teamleden om zich in te leven in de ander. “Kan jij je voorstellen hoe het voor hen is om aan een project te werken dat alleen nog maar als ‘gedoe’ voelt?” Dat raakte iets.
Dat er nieuwe hoogspanningsverbindingen nodig zijn begrijpt iedereen. Maar de bouw van zo’n project heeft grote invloed op de omgeving: het landschap verandert, mensen ervaren overlast en er kan onbegrip ontstaan. Juist in die realiteit werkt het uitvoeringsteam van Renata Salomé - Ozorovskaja. In de bouwkeet in Rilland kijkt ze naar buiten en zegt: “Dit is de plek waar het allemaal gebeurt. Niet achter een bureau op een kantoor, maar hier in het veld. Waar van niks iets ontstaat.” Als Lead Project Execution stuurt ze de bouw aan van de verbinding Borssele-Rilland. Ze heeft een achtergrond in civiele techniek, maar voor haar draait bouwen niet alleen om techniek. “Wat mij fascineert, is samenwerken met zoveel verschillende mensen en belangen.”
Wat gebeurt daar?
“We lieten het terrein onder de geleiders elke dag veilig achter, zodat de grondeigenaar ’s avonds gewoon op zijn land kon werken.”
De nieuwe hoogspanningsverbinding staat. Een indrukwekkend traject van voorbereiding en uitvoering ligt achter ons. Een belangrijke stap daarin was het trekken van de geleiders — het werk van aannemer SPIE. Geleiders zijn de lijnen die elektriciteit transporteren tussen de masten. Ze vormen het functionele hart van een hoogspanningsverbinding. Omgevingsmanager Dirk-Pieter van Es blikt terug.

Voordat de eerste draad gespannen werd, bracht SPIE de lokale situatie nauwkeurig in kaart. Wegen, dijken, gewassen en het benodigde werkgebied. Alles werd opgenomen in een werkplan, afgestemd met waterschap, gemeente en grondeigenaren. “We hebben veel keukentafelgesprekken gevoerd,” vertelt Dirk-Pieter. “Iedere locatie waar we geleiders monteren is weer anders. Dan ga je in overleg. Zo konden we het werk veilig en zorgvuldig uitvoeren.”
De werkzaamheden waren niet te missen: machines op het land, monteurs in de masten. Toch werd geprobeerd de overlast te beperken. Geluiden van klapperende geleiders bij veel wind waren bijvoorbeeld tijdelijk: dit werd opgelost zodra de afstandhouders waren geplaatst. “We lieten het terrein onder de geleiders elke dag veilig achter,” aldus Dirk-Pieter. “Zodat de grondeigenaar ’s avonds gewoon op zijn land kon werken.”
Het werk is inmiddels afgerond. De geleiders hangen strak tussen de masten en vormen de ruggengraat van de nieuwe verbinding. Dirk-Pieter kijkt met voldoening terug: “Het was een intensief traject, met veel factoren om rekening mee te houden. Maar als je nu ziet wat er staat, dan kunnen we alleen maar trots zijn op hoe we dit samen voor elkaar hebben gekregen.”
Zodra de civiele aannemer een werkvak met wintrackmasten af had, begon het werk van SPIE. In elk trekvak plaatste SPIE een rem- en liermachine: één bij de eerste mast, één bij de laatste. Aan de masten werden de zogeheten V-braces geplaatst met daaraan de loopwielen. Vervolgens werd met een klein voertuig een voordraad aangebracht. “Daarmee konden we voldoende kracht opbouwen om in één keer vier geleiders — een hele bundel — te trekken,” legt Dirk-Pieter uit. “Daarna volgde het afwerken: inklemmen, afstandhouders plaatsen, isolatoren bevestigen, vogelspiralen aanbrengen. Het hele proces duurde gemiddeld twee weken per trekvak, afhankelijk van weer en terrein.”
Wat gebeurt daar?

John Verduijn
Kees Kleijwegt
“Wat onder de grond verdwijnt, zie je niet meer. Maar daar begint het allemaal.”
Wat voor buitenstaanders misschien voelt als ‘ineens staat het er’, is het resultaat van jarenlange voorbereiding, engineering en samenwerking. Twee van de mannen die dit van dichtbij hebben meegemaakt zijn John Verduijn en Kees Kleijwegt. De een begon als lijnengineer, de ander als civiel specialist. Hun werk ligt inmiddels letterlijk onder de grond. Maar zonder die stevige basis geen stabiele mast, en zonder mast geen hoogspanningsverbinding.
“Wat onder de grond verdwijnt, zie je niet meer. Maar daar begint het allemaal,” zegt Kees Kleijwegt, civiel specialist. “Elke fundatie van een mast vraagt om maatwerk. De bodemgesteldheid verschilt, net als de belasting en de omgeving. We hadden funderingen van drie meter diep, op plekken waar ook verkeer, kabels en zilt grondwater meespeelden. Je kunt het niet standaardiseren. Alles moet kloppen, tot op de millimeter.” Zijn rol zat vooral in het civiele werk: funderingen, bouwwegen, werkterreinen. Hij werkte samen met ingenieursbureaus, onder grote tijdsdruk, bijvoorbeeld om op tijd te kunnen aansluiten op het Belgische net.
Er waren ook tegenslagen. “We wilden starten met een vernieuwend hybride mastontwerp, beton gecombineerd met staal,” vertelt John. “Dat leek goedkoper, maar bleek technisch niet bestand tegen extreme weersomstandigheden. We zijn teruggegaan naar een volledig stalen ontwerp. Alles opnieuw ontwerpen, met het hele team.” Vernieuwend was ook het gebruik van parametrisch ontwerpen: een geautomatiseerde ontwerpmethode die toen nog in de kinderschoenen stond. Om de kwaliteit van de fundering te garanderen deed het projectteam een volledige test met masten in Geertruidenberg om zekerheid te krijgen over de draagkracht en veiligheid.
Bij een project van deze omvang komt meer kijken dan alleen techniek. Tijdens het hele traject is zorgvuldig gewerkt, in nauw overleg met ingenieurs, aannemers en betrokken partijen in de regio. Aanpassingen in het ontwerp, slimme oplossingen bij onverwachte situaties en het constant afstemmen van werkzaamheden zorgden ervoor dat het werk veilig, efficiënt en met zo min mogelijk overlast kon worden uitgevoerd. Door samen te werken, met vakmanschap, slimme planning én respect voor de omgeving, is er een verbinding tot stand gekomen die klaar is voor de toekomst. Een nieuwe schakel in het netwerk, waarmee inwoners en bedrijven kunnen rekenen op betrouwbare elektriciteit, ook als de vraag verder toeneemt.
Wat gebeurt daar?


“Wij zijn de eersten van TenneT die aan de keukentafel zitten”
Waar gebouwd wordt, gaat de schop de grond in. Wanneer je dat doet op het erf van een agrariër, gelden er andere regels dan op openbaar terrein. Daarom zijn Joost Reemers en Jacob van Hattum als cultuurtechnisch toezichthouders van groot belang. Inmiddels zijn de twee aardig ingeburgerd langs het tracé. De fles whisky komt zelfs op tafel.

Wanneer TenneT aan de slag gaat op agrarisch terrein, zijn Joost en Jacob er als de kippen bij. Zij zijn samen het gezicht van het bouwproject voor de boeren, en dat jarenlang. “Wij zijn de eersten van TenneT die aan de keukentafel zitten,” zegt Joost, “en vaak ook de laatsten die vertrekken.” Hun werk draait om vertrouwen. Of het nu om koeien of om gewassen gaat: agrariërs willen duidelijkheid. En wie tijdelijk grond afstaat, verwacht dat die netjes wordt hersteld. “Elke boer is anders,” vertelt Jacob. “De een wil weten wat je tot op de centimeter doet. De ander zegt: kijk maar.”
De kracht van Joost en Jacob zit in de lange adem. “Die continuïteit is belangrijk. Zeker als het spannend is, of stroef loopt.” Boeren zien hen daardoor steeds meer als bondgenoot. Jacob herinnert zich een eigenaar die al tientallen gezichten van TenneT voorbij had zien komen. “Volgend jaar zit jij hier toch niet meer,” zei hij. “Wedden van wel?” grapte Jacob. “Als jij er over een jaar nog zit, krijg je van mij een fles whisky.” Een jaar later zaten ze opnieuw aan dezelfde keukentafel. De boer hield woord. De fles kwam op tafel.
Beiden hebben veel ervaring met buitengebieden. Jacob werkte vroeger tussen het vee, was veel te vinden op het akkerbouw- en veeteeltbedrijf en weet dus wat er speelt op een erf. Joost komt uit de hoek van natuurontwikkeling en is al sinds 2008 actief in Zeeland. “Dat helpt. Mensen herkennen je, je spreekt de taal van het gebied. Ze houden alles bij: van zoutwaterlekken tot de kwaliteit van aangevoerd zand. “Soms bellen we experts in, soms regelen we het zelf. Maar we zorgen altijd dat de boer weet wat er gebeurt.”
Hoewel het projectteam vasthoudt aan tekeningen en contracten, wijken Joost en Jacob daar soms van af. “Voor een melkveehouder is het cruciaal dat de koeien altijd bij de melkrobot kunnen komen. Als wij daar een bouwweg neerleggen, dan moet die boer twee keer per dag zelf met zijn dieren heen en weer. Dat kost hem zomaar twee uur per dag.” Aanpassingen vallen niet altijd in goede aarde bij het projectteam. “Maar wij zijn er echt voor die boeren.”
Wat gebeurt daar?

Richard Hubregtse, technisch manager BAM: “Dit was voor mij niet zomaar een project. Ik kom uit Goes, dit speelde dus letterlijk in mijn eigen achtertuin. De protestborden stonden me nog helder voor de geest. Dan weet je: we moeten dit goed doen. Ik was er vanaf de tenderfase bij, midden in coronatijd. Alles digitaal. Daarna ben ik doorgegaan in de uitvoering.

“De grootste uitdaging? De lengte van het tracé en het aantal stakeholders.”
“Wat echt het verschil maakte? Persoonlijk contact met de mensen in de omgeving.”
Jeroen van Moolenbroek, omgevingsmanager bij Switch (bouwcombinatie Strukton en Mobilis): “Tussen Kapelle en Rilland hebben wij de funderingen gebouwd voor de nieuwe hoogspanningsverbinding. Dat ging verder dan betonstorten: we legden tijdelijke bouwwegen aan, richtten werkterreinen in en zaten vooral veel aan de keukentafel bij agrariërs. Want we werkten op hun grond. Je bent letterlijk te gast en dat betekent: afspraken maken, goed communiceren én zorgen dat je het terrein weer netjes achterlaat. Daar draait het om in deze rol.

De grootste uitdaging? De lengte van het tracé en het aantal stakeholders. In plaats van één bouwplaats werkten we verspreid over tientallen locaties, met meer dan 35 perceeleigenaren. Dan moet je overzicht houden én vertrouwen opbouwen. Niet iedereen zat op ons te wachten, en terecht. Wij kwamen iets bouwen dat niet in hun belang was, en veroorzaakten ook nog overlast. Maar uiteindelijk hebben we in goed overleg met perceeleigenaren en TenneT op 90% van de percelen herstelwerk uitgevoerd. En daar zijn de meeste agrariërs tevreden mee. Wat ik heb geleerd? Hoe belangrijk cultuurtechnisch herstel is, en hoeveel je kunt bereiken met oprechte aandacht. Het Zeeuwse motto ‘Luctor et emergo’ past hier goed. We worstelden soms, maar we kwamen boven. En daar ben ik trots op.”
Als technisch manager was ik integraal verantwoordelijk voor de civiele kant: van werkwegen tot fundaties. Mijn achtergrond ligt in de wegenbouw, maar de kracht zit in het verbinden van disciplines. Die eerste fase was spannend: binnen een paar maanden moesten we met zeven funderingsmachines het veld in, terwijl we ook nog met coronamaatregelen te maken hadden. Dat is gelukt, mede dankzij de samenwerking met TenneT. Wat echt het verschil maakte? Persoonlijk contact met de mensen in de omgeving. Onze toezichthouder is zelf boer en spreekt de taal van de perceeleigenaren. Dat werkt. En als er iets onverwachts gebeurde, zoals het oppompen van brak grondwater bij bemalingen, dan konden we snel schakelen. Wat mij bijblijft? Dat we voor de einddatum al het volledige opleverdossier klaar hadden. Dat maak je zelden mee. Daar ben ik oprecht trots op. En dat allemaal op een paar kilometer van waar ik zelf woon.”
Wat gebeurt daar?
wintrackmasten,
2 vakwerkmasten
107
Nieuwe stroomverbinding
380.000 volt
rijplaten voor het aanleggen van bouwwegen
250.000 m
funderingspalen per pyloon
20-32
Gemiddeld gewicht wintrackpyloon
53 t
megavoltampère extra transportcapaciteit
2x2.635
Totale lengte geleiders in de verbinding
1.960 km
hoogte vakwerkmasten Kanaal door Zuid-Beveland
98 m
104 vakwerkmasten
38 kilometer verbinding
4 km is al verwijderd
Wat halen we weg
is de lengte van de funderingspalen
16 m
herstellen van weiland, akkers en boomgaarden
1 miljoen m2
verbinding
48 km
is de lengte van de hoogste wintrackmast
76,5 m
Wat gebeurt daar


Zo’n grote verbinding bouw je niet alleen. In Zeeland werkten meerdere aannemers samen aan dit project. BAM Infra en Valmont SM waren actief op het eerste deel van het traject. Switch en VDL Network Supplies namen het tweede stuk voor hun rekening. SPIE hing de hoogspanningslijnen in de masten. Overal werd gewerkt met oog voor natuur, landschap en omgeving. Ook de samenwerking met bewoners en gemeenten speelde een belangrijke rol.
Wat gebeurt daar

Bekijk dan de video.
Toen Renata drie jaar geleden bij TenneT begon, liep het project allesbehalve soepel. De werkzaamheden lagen stil en de samenwerking met de aannemer zat muurvast. “We waren elkaar in de samenwerking min of meer kwijtgeraakt,” zegt ze. In plaats van afstand te houden, stapte Renata er middenin. Ze zocht actief contact om het gesprek aan te gaan. Zowel met haar eigen team als met de mensen van de aannemer. “Ook daar werken mensen die met lood in de schoenen naar hun werk gingen. Zodra je dat erkent, kun je samen verder.” Ze vroeg haar teamleden om zich in te leven in de ander. “Kan jij je voorstellen hoe het voor hen is om aan een project te werken dat alleen nog maar als ‘gedoe’ voelt?” Dat raakte iets.
Het team zat vast in frustratie en negativiteit. Niemand zag nog hoe het beter kon. Om de samenwerking nieuw leven in te blazen, gingen collega’s actief aan de slag met coaching. Zo ontstond ruimte voor frisse energie en hernieuwd vertrouwen bij ervaren collega’s. En kwam er weer ruimte voor initiatief. Toen de deadline dichterbij kwam, veranderde de sfeer. Iedereen hielp elkaar, er heerste een sfeer van één team, één taak. “Niemand zei meer: dit zit niet mijn taak.”
En met resultaat: inmiddels stroomt er elektriciteit door de nieuwe verbinding. “En als we de hoogspanningsverbinding opleveren, vieren we dat samen.” Succesvol bouwen draait om verbinden, luisteren en oog hebben voor elkaars belangen. Empathie is daarbij onmisbaar. We realiseren ons goed dat bouwen op iemands land, of vlak langs een woning, veel invloed heeft. Juist daarom vinden we het belangrijk om aandacht te hebben voor iedereen om ons heen. Vroeger draaide het om conflictmanagement. Nu zeg ik: zet in op mediation. Voer het gesprek op tijd, voordat het escaleert. Het mooiste resultaat is: samen met trots kunnen opleveren. Dankzij elkaar.
Dat er nieuwe hoogspanningsverbindingen nodig zijn begrijpt iedereen. Maar de bouw van zo’n project heeft grote invloed op de omgeving: het landschap verandert, mensen ervaren overlast en er kan onbegrip ontstaan. Juist in die realiteit werkt het uitvoeringsteam van Renata Salomé - Ozorovskaja. In de bouwkeet in Rilland kijkt ze naar buiten en zegt: “Dit is de plek waar het allemaal gebeurt. Niet achter een bureau op een kantoor, maar hier in het veld. Waar van niks iets ontstaat.” Als Lead Project Execution stuurt ze de bouw aan van de verbinding Borssele-Rilland. Ze heeft een achtergrond in civiele techniek, maar voor haar draait bouwen niet alleen om techniek. “Wat mij fascineert, is samenwerken met zoveel verschillende mensen en belangen.”
“Dit is de plek waar het allemaal gebeurt. Niet achter een bureau op een kantoor, maar hier in het veld. Waar van niks iets ontstaat.”
Zo’n grote verbinding bouw je niet alleen. In Zeeland werkten meerdere aannemers samen aan dit project. BAM Infra en Valmont SM waren actief op het eerste deel van het traject. Switch en VDL Network Supplies namen het tweede stuk voor hun rekening. SPIE hing de hoogspanningslijnen in de masten. Overal werd gewerkt met oog voor natuur, landschap en omgeving. Ook de samenwerking met bewoners en gemeenten speelde een belangrijke rol.

De werkzaamheden waren niet te missen: machines op het land, monteurs in de masten. Toch werd geprobeerd de overlast te beperken. Geluiden van klapperende geleiders bij veel wind waren bijvoorbeeld tijdelijk: dit werd opgelost zodra de afstandhouders waren geplaatst. “We lieten het terrein onder de geleiders elke dag veilig achter,” aldus Dirk-Pieter. “Zodat de grondeigenaar ’s avonds gewoon op zijn land kon werken.”
Het werk is inmiddels afgerond. De geleiders hangen strak tussen de masten en vormen de ruggengraat van de nieuwe verbinding. Dirk-Pieter kijkt met voldoening terug: “Het was een intensief traject, met veel factoren om rekening mee te houden. Maar als je nu ziet wat er staat, dan kunnen we alleen maar trots zijn op hoe we dit samen voor elkaar hebben gekregen.”
“We lieten het terrein onder de geleiders elke dag veilig achter, zodat de grondeigenaar ’s avonds gewoon op zijn land kon werken.”
Zodra de civiele aannemer een werkvak met wintrackmasten af had, begon het werk van SPIE. In elk trekvak plaatste SPIE een rem- en liermachine: één bij de eerste mast, één bij de laatste. Aan de masten werden de zogeheten V-braces geplaatst met daaraan de loopwielen. Vervolgens werd met een klein voertuig een voordraad aangebracht. “Daarmee konden we voldoende kracht opbouwen om in één keer vier geleiders — een hele bundel — te trekken,” legt Dirk-Pieter uit. “Daarna volgde het afwerken: inklemmen, afstandhouders plaatsen, isolatoren bevestigen, vogelspiralen aanbrengen. Het hele proces duurde gemiddeld twee weken per trekvak, afhankelijk van weer en terrein.”
Voordat de eerste draad gespannen werd, bracht SPIE de lokale situatie nauwkeurig in kaart. Wegen, dijken, gewassen en het benodigde werkgebied. Alles werd opgenomen in een werkplan, afgestemd met waterschap, gemeente en grondeigenaren. “We hebben veel keukentafelgesprekken gevoerd,” vertelt Dirk-Pieter. “Iedere locatie waar we geleiders monteren is weer anders. Dan ga je in overleg. Zo konden we het werk veilig en zorgvuldig uitvoeren.”
De nieuwe hoogspanningsverbinding staat. Een indrukwekkend traject van voorbereiding en uitvoering ligt achter ons. Een belangrijke stap daarin was het trekken van de geleiders — het werk van aannemer SPIE. Geleiders zijn de lijnen die elektriciteit transporteren tussen de masten. Ze vormen het functionele hart van een hoogspanningsverbinding. Omgevingsmanager Dirk-Pieter van Es blikt terug.

Kees Kleijwegt
John Verduijn
“Wat onder de grond verdwijnt, zie je niet meer. Maar daar begint het allemaal.”
Er waren ook tegenslagen. “We wilden starten met een vernieuwend hybride mastontwerp, beton gecombineerd met staal,” vertelt John. “Dat leek goedkoper, maar bleek technisch niet bestand tegen extreme weersomstandigheden. We zijn teruggegaan naar een volledig stalen ontwerp. Alles opnieuw ontwerpen, met het hele team.” Vernieuwend was ook het gebruik van parametrisch ontwerpen: een geautomatiseerde ontwerpmethode die toen nog in de kinderschoenen stond. Om de kwaliteit van de fundering te garanderen deed het projectteam een volledige test met masten in Geertruidenberg om zekerheid te krijgen over de draagkracht en veiligheid.
Bij een project van deze omvang komt meer kijken dan alleen techniek. Tijdens het hele traject is zorgvuldig gewerkt, in nauw overleg met ingenieurs, aannemers en betrokken partijen in de regio. Aanpassingen in het ontwerp, slimme oplossingen bij onverwachte situaties en het constant afstemmen van werkzaamheden zorgden ervoor dat het werk veilig, efficiënt en met zo min mogelijk overlast kon worden uitgevoerd. Door samen te werken, met vakmanschap, slimme planning én respect voor de omgeving, is er een verbinding tot stand gekomen die klaar is voor de toekomst. Een nieuwe schakel in het netwerk, waarmee inwoners en bedrijven kunnen rekenen op betrouwbare elektriciteit, ook als de vraag verder toeneemt.
“Wat onder de grond verdwijnt, zie je niet meer. Maar daar begint het allemaal,” zegt Kees Kleijwegt, civiel specialist. “Elke fundatie van een mast vraagt om maatwerk. De bodemgesteldheid verschilt, net als de belasting en de omgeving. We hadden funderingen van drie meter diep, op plekken waar ook verkeer, kabels en zilt grondwater meespeelden. Je kunt het niet standaardiseren. Alles moet kloppen, tot op de millimeter.” Zijn rol zat vooral in het civiele werk: funderingen, bouwwegen, werkterreinen. Hij werkte samen met ingenieursbureaus, onder grote tijdsdruk, bijvoorbeeld om op tijd te kunnen aansluiten op het Belgische net.
Wat voor buitenstaanders misschien voelt als ‘ineens staat het er’, is het resultaat van jarenlange voorbereiding, engineering en samenwerking. Twee van de mannen die dit van dichtbij hebben meegemaakt zijn John Verduijn en Kees Kleijwegt. De een begon als lijnengineer, de ander als civiel specialist. Hun werk ligt inmiddels letterlijk onder de grond. Maar zonder die stevige basis geen stabiele mast, en zonder mast geen hoogspanningsverbinding.


Beiden hebben veel ervaring met buitengebieden. Jacob werkte vroeger tussen het vee, was veel te vinden op het akkerbouw- en veeteeltbedrijf en weet dus wat er speelt op een erf. Joost komt uit de hoek van natuurontwikkeling en is al sinds 2008 actief in Zeeland. “Dat helpt. Mensen herkennen je, je spreekt de taal van het gebied. Ze houden alles bij: van zoutwaterlekken tot de kwaliteit van aangevoerd zand. “Soms bellen we experts in, soms regelen we het zelf. Maar we zorgen altijd dat de boer weet wat er gebeurt.”

De kracht van Joost en Jacob zit in de lange adem. “Die continuïteit is belangrijk. Zeker als het spannend is, of stroef loopt.” Boeren zien hen daardoor steeds meer als bondgenoot. Jacob herinnert zich een eigenaar die al tientallen gezichten van TenneT voorbij had zien komen. “Volgend jaar zit jij hier toch niet meer,” zei hij. “Wedden van wel?” grapte Jacob. “Als jij er over een jaar nog zit, krijg je van mij een fles whisky.” Een jaar later zaten ze opnieuw aan dezelfde keukentafel. De boer hield woord. De fles kwam op tafel.
“Wij zijn de eersten van TenneT die aan de keukentafel zitten”
Hoewel het projectteam vasthoudt aan tekeningen en contracten, wijken Joost en Jacob daar soms van af. “Voor een melkveehouder is het cruciaal dat de koeien altijd bij de melkrobot kunnen komen. Als wij daar een bouwweg neerleggen, dan moet die boer twee keer per dag zelf met zijn dieren heen en weer. Dat kost hem zomaar twee uur per dag.” Aanpassingen vallen niet altijd in goede aarde bij het projectteam. “Maar wij zijn er echt voor die boeren.”
Wanneer TenneT aan de slag gaat op agrarisch terrein, zijn Joost en Jacob er als de kippen bij. Zij zijn samen het gezicht van het bouwproject voor de boeren, en dat jarenlang. “Wij zijn de eersten van TenneT die aan de keukentafel zitten,” zegt Joost, “en vaak ook de laatsten die vertrekken.” Hun werk draait om vertrouwen. Of het nu om koeien of om gewassen gaat: agrariërs willen duidelijkheid. En wie tijdelijk grond afstaat, verwacht dat die netjes wordt hersteld. “Elke boer is anders,” vertelt Jacob. “De een wil weten wat je tot op de centimeter doet. De ander zegt: kijk maar.”
Waar gebouwd wordt, gaat de schop de grond in. Wanneer je dat doet op het erf van een agrariër, gelden er andere regels dan op openbaar terrein. Daarom zijn Joost Reemers en Jacob van Hattum als cultuurtechnisch toezichthouders van groot belang. Inmiddels zijn de twee aardig ingeburgerd langs het tracé. De fles whisky komt zelfs op tafel.

“De grootste uitdaging? De lengte van het tracé en het aantal stakeholders.”
De grootste uitdaging? De lengte van het tracé en het aantal stakeholders. In plaats van één bouwplaats werkten we verspreid over tientallen locaties, met meer dan 35 perceeleigenaren. Dan moet je overzicht houden én vertrouwen opbouwen. Niet iedereen zat op ons te wachten, en terecht. Wij kwamen iets bouwen dat niet in hun belang was, en veroorzaakten ook nog overlast. Maar uiteindelijk hebben we in goed overleg met perceeleigenaren en TenneT op 90% van de percelen herstelwerk uitgevoerd. En daar zijn de meeste agrariërs tevreden mee. Wat ik heb geleerd? Hoe belangrijk cultuurtechnisch herstel is, en hoeveel je kunt bereiken met oprechte aandacht. Het Zeeuwse motto ‘Luctor et emergo’ past hier goed. We worstelden soms, maar we kwamen boven. En daar ben ik trots op.”
Jeroen van Moolenbroek, omgevingsmanager bij Switch (bouwcombinatie Strukton en Mobilis): “Tussen Kapelle en Rilland hebben wij de funderingen gebouwd voor de nieuwe hoogspanningsverbinding. Dat ging verder dan betonstorten: we legden tijdelijke bouwwegen aan, richtten werkterreinen in en zaten vooral veel aan de keukentafel bij agrariërs. Want we werkten op hun grond. Je bent letterlijk te gast en dat betekent: afspraken maken, goed communiceren én zorgen dat je het terrein weer netjes achterlaat. Daar draait het om in deze rol.

Als technisch manager was ik integraal verantwoordelijk voor de civiele kant: van werkwegen tot fundaties. Mijn achtergrond ligt in de wegenbouw, maar de kracht zit in het verbinden van disciplines. Die eerste fase was spannend: binnen een paar maanden moesten we met zeven funderingsmachines het veld in, terwijl we ook nog met coronamaatregelen te maken hadden. Dat is gelukt, mede dankzij de samenwerking met TenneT. Wat echt het verschil maakte? Persoonlijk contact met de mensen in de omgeving. Onze toezichthouder is zelf boer en spreekt de taal van de perceeleigenaren. Dat werkt. En als er iets onverwachts gebeurde, zoals het oppompen van brak grondwater bij bemalingen, dan konden we snel schakelen. Wat mij bijblijft? Dat we voor de einddatum al het volledige opleverdossier klaar hadden. Dat maak je zelden mee. Daar ben ik oprecht trots op. En dat allemaal op een paar kilometer van waar ik zelf woon.”
“Wat echt het verschil maakte? Persoonlijk contact met de mensen in de omgeving.”
Richard Hubregtse, technisch manager BAM: “Dit was voor mij niet zomaar een project. Ik kom uit Goes, dit speelde dus letterlijk in mijn eigen achtertuin. De protestborden stonden me nog helder voor de geest. Dan weet je: we moeten dit goed doen. Ik was er vanaf de tenderfase bij, midden in coronatijd. Alles digitaal. Daarna ben ik doorgegaan in de uitvoering.

herstellen van weiland, akkers en boomgaarden
1 miljoen m2
Nieuwe stroomverbinding
380.000 volt
104 vakwerkmasten
38 kilometer verbinding
4 km is al verwijderd
Wat halen we weg
Totale lengte geleiders in de verbinding
1.960 km
hoogte vakwerkmasten Kanaal door Zuid-Beveland
98 m
is de lengte van de funderingspalen
16 m
funderingspalen per pyloon
20-32
Gemiddeld gewicht wintrackpyloon
53 t
megavoltampère extra transportcapaciteit
2x2.635
wintrackmasten, 2 vakwerkmasten
107
rijplaten voor het aanleggen van bouwwegen
250.000 m
verbinding
48 km
is de lengte van de hoogste wintrackmast
76,5 m
Wat gebeurt daar
