Naast de inpassing wordt de natuur meegenomen in de overwegingen. “Zo onderzoeken we momenteel of er een verband is tussen het mastontwerp en het aantal vogels dat sterft omdat zij tegen de draden aan vliegen, zogenaamde draadslachtoffers. We onderzoeken wat de impact van het ontwerp is op de natuur en ecologie”, aldus Paul.
Al met al worden er dus op veel vlakken afwegingen gemaakt bij de ontwikkeling van de nieuwe standaardmast. Maar één ding is duidelijk: “Het wordt een vakwerkmast. Het type Moldau heeft de voorkeur. Dit type mast is ontwikkeld binnen een project in Zuid-West-Oost, tussen Rilland en Tilburg en wordt doorontwikkeld. Het grootste voordeel van de Moldau mast is het smalle magneetveld.”
Op de vraag of er kan worden afgeweken van het standaard masttype antwoordt Paul direct: “In principe niet! Maar realistisch gezien zijn er altijd situaties die maatwerk vragen. In dergelijke situaties ga ik graag de dialoog aan om de belangen van TenneT, Engineering en standaardisatie te vertegenwoordigen.”
Impressie van de Moldau vakwerkmast
Er is één aspect die de meeste aandacht vraagt; De omgeving. Paul vertelt: “Landschappelijke inpassing is enorm belangrijk. Daarom zitten we binnenkort met het College van Rijksadviseurs aan tafel. Dat zijn landschapsarchitecten die onder andere betrokken zijn bij de inpassing van grote infrastructurele projecten. We gaan met hen de dialoog aan om een gezamenlijke visie te creëren.”
Er komt nogal wat kijken bij de ontwikkeling van een standaardontwerp. Want de komende jaren bouwen we zo’n 1.000 masten. Een ontwerp moet dus aan alle eisen voldoen en goed onderbouwd zijn. “Bij het ontwikkelen van de standaard maken we vooral veel afwegingen. En dat doen we zo objectief mogelijk. Zo bekijken we het wettelijke kader (de elektriciteitswet), het landelijk beleid magneetvelden en TenneT beleid. Vanuit die wetgeving maken we een vertaling naar het meest ideale ontwerp.”
Bouwen, bouwen, bouwen. Dat is wat ons de komende jaren te doen staat. Modulair Bouwen helpt ons sneller en efficiënter te werken. Daarom is er een standaard ontwikkeld voor de 380kV-stations en zijn nu de verbindingen aan de beurt. Het idee werd, gek genoeg, voor het eerst besproken bij het herentoilet. “Ik had het idee in mijn hoofd en kwam Lead Projectontwikkeling Roel Röttger tegen buiten de toiletten. We raakten in gesprek en voordat ik het wist haakte technoloog Erwin Platenkamp aan. Van daaruit zijn we verder gaan ontwikkelen en hebben we het idee voorgelegd bij het Management Forum Techniek. Die reageerden meteen enthousiast!”, aldus Paul.
Een standaard ontwikkelen voor een hoogspanningsmast die de komende jaren veelvuldig in ons landschap gaat verschijnen… Dat klinkt als een flinke klus. Een klus die Paul van der Horst, Technisch Manager Modulair Bouwen Verbindingen niet uit de weg gaat. Met zijn 17 jaar ervaring in de ontwikkeling en realisatie van hoogspanningsverbindingen is hij bekend met alle facetten. Maar hoe staat het met de ontwikkeling van de standaard vakwerkmast? Je leest er hier meer over.
Impressie van de Moldau vakwerkmast
Naast de inpassing wordt de natuur meegenomen in de overwegingen. “Zo onderzoeken we momenteel of er een verband is tussen het mastontwerp en het aantal vogels dat sterft omdat zij tegen de draden aan vliegen, zogenaamde draadslachtoffers. We onderzoeken wat de impact van het ontwerp is op de natuur en ecologie”, aldus Paul.
Al met al worden er dus op veel vlakken afwegingen gemaakt bij de ontwikkeling van de nieuwe standaardmast. Maar één ding is duidelijk: “Het wordt een vakwerkmast. Het type Moldau heeft de voorkeur. Dit type mast is ontwikkeld binnen een project in Zuid-West-Oost, tussen Rilland en Tilburg en wordt doorontwikkeld. Het grootste voordeel van de Moldau mast is het smalle magneetveld.”
Op de vraag of er kan worden afgeweken van het standaard masttype antwoordt Paul direct: “In principe niet! Maar realistisch gezien zijn er altijd situaties die maatwerk vragen. In dergelijke situaties ga ik graag de dialoog aan om de belangen van TenneT, Engineering en standaardisatie te vertegenwoordigen.”
Er is één aspect die de meeste aandacht vraagt; De omgeving. Paul vertelt: “Landschappelijke inpassing is enorm belangrijk. Daarom zitten we binnenkort met het College van Rijksadviseurs aan tafel. Dat zijn landschapsarchitecten die onder andere betrokken zijn bij de inpassing van grote infrastructurele projecten. We gaan met hen de dialoog aan om een gezamenlijke visie te creëren.”
Er komt nogal wat kijken bij de ontwikkeling van een standaardontwerp. Want de komende jaren bouwen we zo’n 1.000 masten. Een ontwerp moet dus aan alle eisen voldoen en goed onderbouwd zijn. “Bij het ontwikkelen van de standaard maken we vooral veel afwegingen. En dat doen we zo objectief mogelijk. Zo bekijken we het wettelijke kader (de elektriciteitswet), het landelijk beleid magneetvelden en TenneT beleid. Vanuit die wetgeving maken we een vertaling naar het meest ideale ontwerp.”
Bouwen, bouwen, bouwen. Dat is wat ons de komende jaren te doen staat. Modulair Bouwen helpt ons sneller en efficiënter te werken. Daarom is er een standaard ontwikkeld voor de 380kV-stations en zijn nu de verbindingen aan de beurt. Het idee werd, gek genoeg, voor het eerst besproken bij het herentoilet. “Ik had het idee in mijn hoofd en kwam Lead Projectontwikkeling Roel Röttger tegen buiten de toiletten. We raakten in gesprek en voordat ik het wist haakte technoloog Erwin Platenkamp aan. Van daaruit zijn we verder gaan ontwikkelen en hebben we het idee voorgelegd bij het Management Forum Techniek. Die reageerden meteen enthousiast!”, aldus Paul.
Een standaard ontwikkelen voor een hoogspanningsmast die de komende jaren veelvuldig in ons landschap gaat verschijnen… Dat klinkt als een flinke klus. Een klus die Paul van der Horst, Technisch Manager Modulair Bouwen Verbindingen niet uit de weg gaat. Met zijn 17 jaar ervaring in de ontwikkeling en realisatie van hoogspanningsverbindingen is hij bekend met alle facetten. Maar hoe staat het met de ontwikkeling van de standaard vakwerkmast? Je leest er hier meer over.