Reportage
Bestuurders van betrokken overheden en beslissers van relevante bedrijven sturen samen op een voortvarend verloop van een belangrijk project. Ziedaar: het versnellingsatelier. Waarom is zo’n ‘atelier’ effectief, hoe verloopt de samenwerking en waar is nog verbetering mogelijk?

Eddy Veenstra en Annemiek Berends
Agnes Mulder

Een mooi staaltje bestuurlijke saamhorigheid én opkomen voor burgerbelangen, toonde de gemeente Hoogeveen bij ‘de zomereik van Riegmeer’; een honderd jaar oude eik, precies op de plek waar het hoog- en middenspanningsstation van TenneT en Rendo moet verrijzen. Een actiegroep van omwonenden verzette zich tegen de kap, waarna de gemeente besloot om de mastodont een paar honderd meter te verplaatsen. “Dat kost geld”, vertelt Veenstra, “maar het is maatschappelijk een waardevol signaal. Bovendien heeft de gemeente zelf die kosten voor zijn rekening genomen. Die houding kenmerkt het versnellingsatelier dat echt resultaten nastreeft: niet alles op een weegschaal leggen, je krijgt terug wat je zelf aanreikt.”
Volgens Veenstra is het voor evalueren van de werkmethode nog wat te vroeg. “We hebben deze voorsprong nu, laten we die vasthouden”, stelt hij. Mulder heeft wel een advies voor de deelnemers aan het overleg: “Zorg ervoor dat iedereen continu scherp blijft. Dat vinden we best moeilijk met elkaar, maar het is echt nodig.”
Reportage
Geen taboe
De echte waarde van het versnellingsatelier schuilt – naast de genoemde tijdwinst – in bestuurlijke aandacht. Veenstra: “We merken dat de resultaten beter zijn als je er echt samen voor gaat staan. We hebben afgesproken dat escaleren geen taboe is en juist helpt om zorgen te benoemen voordat er problemen ontstaan. Dat doet op een goede manier recht aan de behoefte om te versnellen én aan de rol die de provincie en gemeenten hebben naar hun burgers. Dat we elkaar goed kennen en belangen delen, maakt het werken aanzienlijk makkelijker.”
Bij een versnellingsatelier komen bestuurders en beslissers van bedrijven eens per kwartaal bij elkaar om de voortgang van een project te bespreken. Voor Hoogeveen-Riegmeer zijn dat de provincie Drenthe, de gemeente Hoogeveen, gemeente Midden-Drenthe, VNO-NCW MKB Noord, TenneT en RENDO. Als tussentijds niemand aan de bel trekt, dan loopt het werk op schema. “Die werkwijze vind ik heel prettig”, zegt Eddy Veenstra. “We zorgen ervoor dat alles goed en op tijd gebeurt”, aldus Veenstra. Voorzichtig resultaat tot nu toe: zeker een jaar versnelling in het proces. Veenstra wil in deze planfase niet te vroeg juichen, want “er is nog niets gebouwd, dit zijn nog maar de voorbereidingen.”
De voorzichtigheid is mede ingegeven door de complexiteit en de afhankelijkheden die meespelen bij netuitbreidingen. TenneT bouwt in het Drentse Wijster een 220-110 kV-station, de stations worden met een ondergrondse kabel verbonden. Is dát niet op tijd klaar, dan kan Hoogeveen-Riegmeer niet van spanning worden voorzien. Het versnellingsatelier biedt ook daarvoor uitkomst: “Ook de wethouder uit Midden-Drenthe schuift bij ons overleg aan. Met de gedeputeerde en de andere wethouders, wordt dan gelijk het belang van de netuitbreiding helder”, vertelt Berends.
Het versnellingsatelier vindt zijn oorsprong in ‘de methode Eemshaven’. Bij het uitbreken van de oorlog in Oekraïne werd in die haven met-stoom-en-kokend-water een LNG-terminal aangelegd. Na een gesprek met Eddy Veenstra, Algemeen Directeur bij Rendo, over het moeizame verloop van de netuitbreiding in Drenthe, mobiliseerde Agnes Mulder haar bestuurlijke netwerk. Mulder, Directeur VNO-NCW MKB Noord, vroeg zich af – inmiddels samen met Henk Jumelet, gedeputeerde bij de Provincie Drenthe - of de Eemshavenmethode ook zou kunnen werken voor cruciale netuitbreidingen. Mulder: “Bij zo’n crisisaanpak maak je aan de voorkant afspraken over wat je wil bereiken, reken je terug wanneer je wat moet doen en escaleer je wanneer zaken niet verder komen. Vergunningstrajecten duren vaak te lang. Deze manier van werken maakt dat de versnelling er ook echt komt. Dat is belangrijke voor ons ondernemingsklimaat.”
“TenneT had eerder al ervaring opgedaan met het versnellingsatelier, een werkwijze die veel lijkt op de Eemshavenmethode”, vult Berends aan, “maar die gemeenten en provincies ruimte biedt voor de democratische rechten van burgers, bij inspraak bijvoorbeeld. Die moeten wij ook respecteren.”
Bij het Drentse Hoogeveen wordt een nieuw bedrijventerrein gebouwd, Riegmeer. Daarvoor is netverzwaring en de bouw van hoog- en middenspanningsstations nodig, voor zowel TenneT als Rendo. “In de regio Hoogeveen is stroom schaars. Die onderstations zijn heel belangrijk, voor de hele regio zit daar veel aan vast”, vertelt Annemiek Berends, hoofd planologie grote projecten Noord Nederland bij TenneT. “Op het nieuwe bedrijventerrein Riegmeer wil een groot internationaal bedrijf zich vestigen. Netcongestie is daarbij een serieus probleem. Dat is toch een extra motivatie om te zoeken naar mogelijkheden om de netuibreiding te versnellen”, aldus Berends.

Reportage
Bestuurders van betrokken overheden en beslissers van relevante bedrijven sturen samen op een voortvarend verloop van een belangrijk project. Ziedaar: het versnellingsatelier. Waarom is zo’n ‘atelier’ effectief, hoe verloopt de samenwerking en waar is nog verbetering mogelijk?

Agnes Mulder
Eddy Veenstra en Annemiek Berends
Geen taboe
De echte waarde van het versnellingsatelier schuilt – naast de genoemde tijdwinst – in bestuurlijke aandacht. Veenstra: “We merken dat de resultaten beter zijn als je er echt samen voor gaat staan. We hebben afgesproken dat escaleren geen taboe is en juist helpt om zorgen te benoemen voordat er problemen ontstaan. Dat doet op een goede manier recht aan de behoefte om te versnellen én aan de rol die de provincie en gemeenten hebben naar hun burgers. Dat we elkaar goed kennen en belangen delen, maakt het werken aanzienlijk makkelijker.”
Het versnellingsatelier vindt zijn oorsprong in ‘de methode Eemshaven’. Bij het uitbreken van de oorlog in Oekraïne werd in die haven met-stoom-en-kokend-water een LNG-terminal aangelegd. Na een gesprek met Eddy Veenstra, Algemeen Directeur bij Rendo, over het moeizame verloop van de netuitbreiding in Drenthe, mobiliseerde Agnes Mulder haar bestuurlijke netwerk. Mulder, Directeur VNO-NCW MKB Noord, vroeg zich af – inmiddels samen met Henk Jumelet, gedeputeerde bij de Provincie Drenthe - of de Eemshavenmethode ook zou kunnen werken voor cruciale netuitbreidingen. Mulder: “Bij zo’n crisisaanpak maak je aan de voorkant afspraken over wat je wil bereiken, reken je terug wanneer je wat moet doen en escaleer je wanneer zaken niet verder komen. Vergunningstrajecten duren vaak te lang. Deze manier van werken maakt dat de versnelling er ook echt komt. Dat is belangrijke voor ons ondernemingsklimaat.”
“TenneT had eerder al ervaring opgedaan met het versnellingsatelier, een werkwijze die veel lijkt op de Eemshavenmethode”, vult Berends aan, “maar die gemeenten en provincies ruimte biedt voor de democratische rechten van burgers, bij inspraak bijvoorbeeld. Die moeten wij ook respecteren.”
Bij een versnellingsatelier komen bestuurders en beslissers van bedrijven eens per kwartaal bij elkaar om de voortgang van een project te bespreken. Voor Hoogeveen-Riegmeer zijn dat de provincie Drenthe, de gemeente Hoogeveen, gemeente Midden-Drenthe, VNO-NCW MKB Noord, TenneT en RENDO. Als tussentijds niemand aan de bel trekt, dan loopt het werk op schema. “Die werkwijze vind ik heel prettig”, zegt Eddy Veenstra. “We zorgen ervoor dat alles goed en op tijd gebeurt”, aldus Veenstra. Voorzichtig resultaat tot nu toe: zeker een jaar versnelling in het proces. Veenstra wil in deze planfase niet te vroeg juichen, want “er is nog niets gebouwd, dit zijn nog maar de voorbereidingen.”
De voorzichtigheid is mede ingegeven door de complexiteit en de afhankelijkheden die meespelen bij netuitbreidingen. TenneT bouwt in het Drentse Wijster een 220-110 kV-station, de stations worden met een ondergrondse kabel verbonden. Is dát niet op tijd klaar, dan kan Hoogeveen-Riegmeer niet van spanning worden voorzien. Het versnellingsatelier biedt ook daarvoor uitkomst: “Ook de wethouder uit Midden-Drenthe schuift bij ons overleg aan. Met de gedeputeerde en de andere wethouders, wordt dan gelijk het belang van de netuitbreiding helder”, vertelt Berends.
Een mooi staaltje bestuurlijke saamhorigheid én opkomen voor burgerbelangen, toonde de gemeente Hoogeveen bij ‘de zomereik van Riegmeer’; een honderd jaar oude eik, precies op de plek waar het hoog- en middenspanningsstation van TenneT en Rendo moet verrijzen. Een actiegroep van omwonenden verzette zich tegen de kap, waarna de gemeente besloot om de mastodont een paar honderd meter te verplaatsen. “Dat kost geld”, vertelt Veenstra, “maar het is maatschappelijk een waardevol signaal. Bovendien heeft de gemeente zelf die kosten voor zijn rekening genomen. Die houding kenmerkt het versnellingsatelier dat echt resultaten nastreeft: niet alles op een weegschaal leggen, je krijgt terug wat je zelf aanreikt.”
Volgens Veenstra is het voor evalueren van de werkmethode nog wat te vroeg. “We hebben deze voorsprong nu, laten we die vasthouden”, stelt hij. Mulder heeft wel een advies voor de deelnemers aan het overleg: “Zorg ervoor dat iedereen continu scherp blijft. Dat vinden we best moeilijk met elkaar, maar het is echt nodig.”
Bij het Drentse Hoogeveen wordt een nieuw bedrijventerrein gebouwd, Riegmeer. Daarvoor is netverzwaring en de bouw van hoog- en middenspanningsstations nodig, voor zowel TenneT als Rendo. “In de regio Hoogeveen is stroom schaars. Die onderstations zijn heel belangrijk, voor de hele regio zit daar veel aan vast”, vertelt Annemiek Berends, hoofd planologie grote projecten Noord Nederland bij TenneT. “Op het nieuwe bedrijventerrein Riegmeer wil een groot internationaal bedrijf zich vestigen. Netcongestie is daarbij een serieus probleem. Dat is toch een extra motivatie om te zoeken naar mogelijkheden om de netuibreiding te versnellen”, aldus Berends.