Cultuurtechnisch herstel
Aan het eind van de werkzaamheden willen de grond weer in oude, of zo mogelijk zelfs betere, staat opleveren. Hoe doe je dat, wanneer je water uit de grond pompt voor het creëren van een veilige en droge werkplek? Johan Brouwer, technisch manager (BAM), Jappie de Bruin, hoofduitvoerder (Switch) en Ibo Vaatstra, handhaver Waterwet (Waterschap Noorderzijlvest) sloegen de handen ineen. Kennis, ervaring en een goede samenwerking zijn de ingrediënten voor succes.
“Als voormalig boerenzoon weet ik maar al te goed hoe ik met het land van een agrariër om moet gaan. Natte voeten moeten we voorkomen. Ik zit al 46 jaar in het vak. Die jarenlange ervaring neem ik mee als ik bouwwegen aanleg of ander grondwerk doe. Langs het deel van tracé van Eemshaven naar Boterdiep Bedum bouwen wij de hoogspanningsmasten. Om bij een mastlocatie te kunnen komen bouwen we dammen om over de sloten te komen. Soms een klein slootje, maar er zitten ook grotere watergangen bij. Dat water moet wel gewoon doorstromen, dus plaatsen we duikers in de dam. En dat is heel nauwkeurig werk waarvoor ik samenwerk met het waterschap, Ibo en zijn collega Heerco Bergsma. We hebben bij de voorbereidingen van het werk al vergunningen aangevraagd, daar zijn de duikers een onderdeel van. Bij het waterschap kunnen ze precies berekenen wat voor soort duiker er per sloot nodig is. De grootte van de duiker verschilt van 40 tot 170 cm doorsnede. Maak je een fout, dan heb je bij een zware regenbui de poppen aan het dansen. Het water kan dan niet weg en het land loopt onder. En dat is uiteraard het laatste dat we willen. Dat is hier overigens ook niet gebeurd, hoor. De boer kan wat dat betreft echt op ons vertrouwen. Dat vind ik zelf ook belangrijk. Ik zet de perceeleigenaar altijd op de eerste plaats. Zeggen wat je doet en doen wat je zegt, dat is waar het om gaat.”
“We moeten met droge voeten ons werk kunnen doen. Dat is ook de enige manier waarop het ook veilig is. En om een fundering van een mast te maken moet je graven en heb je te maken met grondwater. Om het grondwater op peil te houden kun je niet zomaar afpompen en dit ergens anders weer lozen. Ik heb dertig jaar ervaring en ken dit gebied hier goed. Op veel plaatsen ontgraven we in klei die onderin geen water doorlaat. Onder de klei zit water onder druk dat tegen de bodem van de bouwput drukt. Boor je een gaatje dan spuit het eruit. Dat water moet je afvoeren voor een droge en veilige ‘werkkuip’ (werkplek red.). Maar dat heeft ook gevolgen voor de bodemstructuur. De grond klinkt in en herstelt niet wanneer je stopt met de werkzaamheden. We hadden van TenneT het verzoek om 20 % minder water weg te pompen dan op de berekeningen was aangegeven. En daar zijn we ruim onder gebleven. Bij een kleine ontgraving was wegpompen soms niet eens nodig, dan bespaar je al snel. De samenwerking met Ibo was echt heel prettig. Op een plek hadden we zout kwelwater. We gingen samen het land in en Ibo deed metingen in de sloten. Zo konden we samen kijken waar we het water het beste konden lozen. Op deze manier zorgen we er samen voor dat er geen verzilting ontstond in de grondstructuur. Fijn voor de grondeigenaar, die op deze manier zo min mogelijk last van onze werkzaamheden ondervindt.”
“Ik houd inderdaad een oogje in het zeil wanneer er water geloosd wordt in grotere watergangen of kleine sloten. Belangrijk werk, want als we dat niet zouden doen dan ontstaan er problemen. Stel je loost water met te veel chloride (zout) in een gebied waar gewassen staan. De boer sproeit het gewas met water uit de sloot en dan ontstaat er gewasschade. Of denk aan de dieren wanneer een boer het drinkwater voor de koeien uit de sloot haalt zonder dat hij weet dat er te veel zout in zit. En zo zijn er meer dingen waarvoor het belangrijk is dat we toezien op wat er gebeurt. In dit geval deed de aannemer een vergunningsverzoek om water te lozen dat weggepompt wordt om de werkkuipen langs het tracé te maken. We hebben eerst een vooroverleg gehad en zijn samen het veld in gegaan om te beoordelen wat er wel en niet kan in het gebied langs de hoogspanningsverbinding. Het belangrijkste is dat het oppervlaktewater niet verslechtert. Dus kijk je naar de achtergrondwaardes van chloride en ijzer in het gebied. Hiermee bepaal je de lozingsnormen voor het water. Dan kun je ook bepalen waar dat het beste kan. Onze samenwerking verliep goed, we hebben goede werkafspraken gemaakt en de communicatie ging soepel. Voor mij is een groot project als dit uniek. Ik ben een paar keer langsgegaan om te monitoren of de waardes van het oppervlaktewater goed waren. Alles was dik in orde.”
Cultuurtechnisch herstel
Cultuurtechnisch herstel
Aan het eind van de werkzaamheden willen de grond weer in oude, of zo mogelijk zelfs betere, staat opleveren. Hoe doe je dat, wanneer je water uit de grond pompt voor het creëren van een veilige en droge werkplek? Johan Brouwer, technisch manager (BAM), Jappie de Bruin, hoofduitvoerder (Switch) en Ibo Vaatstra, handhaver Waterwet (Waterschap Noorderzijlvest) sloegen de handen ineen. Kennis, ervaring en een goede samenwerking zijn de ingrediënten voor succes.
“Als voormalig boerenzoon weet ik maar al te goed hoe ik met het land van een agrariër om moet gaan. Natte voeten moeten we voorkomen. Ik zit al 46 jaar in het vak. Die jarenlange ervaring neem ik mee als ik bouwwegen aanleg of ander grondwerk doe. Langs het deel van tracé van Eemshaven naar Boterdiep Bedum bouwen wij de hoogspanningsmasten. Om bij een mastlocatie te kunnen komen bouwen we dammen om over de sloten te komen. Soms een klein slootje, maar er zitten ook grotere watergangen bij. Dat water moet wel gewoon doorstromen, dus plaatsen we duikers in de dam. En dat is heel nauwkeurig werk waarvoor ik samenwerk met het waterschap, Ibo en zijn collega Heerco Bergsma. We hebben bij de voorbereidingen van het werk al vergunningen aangevraagd, daar zijn de duikers een onderdeel van. Bij het waterschap kunnen ze precies berekenen wat voor soort duiker er per sloot nodig is. De grootte van de duiker verschilt van 40 tot 170 cm doorsnede. Maak je een fout, dan heb je bij een zware regenbui de poppen aan het dansen. Het water kan dan niet weg en het land loopt onder. En dat is uiteraard het laatste dat we willen. Dat is hier overigens ook niet gebeurd, hoor. De boer kan wat dat betreft echt op ons vertrouwen. Dat vind ik zelf ook belangrijk. Ik zet de perceeleigenaar altijd op de eerste plaats. Zeggen wat je doet en doen wat je zegt, dat is waar het om gaat.”
“We moeten met droge voeten ons werk kunnen doen. Dat is ook de enige manier waarop het ook veilig is. En om een fundering van een mast te maken moet je graven en heb je te maken met grondwater. Om het grondwater op peil te houden kun je niet zomaar afpompen en dit ergens anders weer lozen. Ik heb dertig jaar ervaring en ken dit gebied hier goed. Op veel plaatsen ontgraven we in klei die onderin geen water doorlaat. Onder de klei zit water onder druk dat tegen de bodem van de bouwput drukt. Boor je een gaatje dan spuit het eruit. Dat water moet je afvoeren voor een droge en veilige ‘werkkuip’ (werkplek red.). Maar dat heeft ook gevolgen voor de bodemstructuur. De grond klinkt in en herstelt niet wanneer je stopt met de werkzaamheden. We hadden van TenneT het verzoek om 20 % minder water weg te pompen dan op de berekeningen was aangegeven. En daar zijn we ruim onder gebleven. Bij een kleine ontgraving was wegpompen soms niet eens nodig, dan bespaar je al snel. De samenwerking met Ibo was echt heel prettig. Op een plek hadden we zout kwelwater. We gingen samen het land in en Ibo deed metingen in de sloten. Zo konden we samen kijken waar we het water het beste konden lozen. Op deze manier zorgen we er samen voor dat er geen verzilting ontstond in de grondstructuur. Fijn voor de grondeigenaar, die op deze manier zo min mogelijk last van onze werkzaamheden ondervindt.”
“Ik houd inderdaad een oogje in het zeil wanneer er water geloosd wordt in grotere watergangen of kleine sloten. Belangrijk werk, want als we dat niet zouden doen dan ontstaan er problemen. Stel je loost water met te veel chloride (zout) in een gebied waar gewassen staan. De boer sproeit het gewas met water uit de sloot en dan ontstaat er gewasschade. Of denk aan de dieren wanneer een boer het drinkwater voor de koeien uit de sloot haalt zonder dat hij weet dat er te veel zout in zit. En zo zijn er meer dingen waarvoor het belangrijk is dat we toezien op wat er gebeurt. In dit geval deed de aannemer een vergunningsverzoek om water te lozen dat weggepompt wordt om de werkkuipen langs het tracé te maken. We hebben eerst een vooroverleg gehad en zijn samen het veld in gegaan om te beoordelen wat er wel en niet kan in het gebied langs de hoogspanningsverbinding. Het belangrijkste is dat het oppervlaktewater niet verslechtert. Dus kijk je naar de achtergrondwaardes van chloride en ijzer in het gebied. Hiermee bepaal je de lozingsnormen voor het water. Dan kun je ook bepalen waar dat het beste kan. Onze samenwerking verliep goed, we hebben goede werkafspraken gemaakt en de communicatie ging soepel. Voor mij is een groot project als dit uniek. Ik ben een paar keer langsgegaan om te monitoren of de waardes van het oppervlaktewater goed waren. Alles was dik in orde.”