Reportage

Nederland is bezig met de grootste verbouwing ooit. Grote industrieën die jarenlang op fossiele brandstoffen draaien, doen dat straks op elektriciteit. Huishoudens gebruiken steeds minder gas en zoeken naar andere manieren om te verwarmen en te koelen. Hiervoor plaatsen ze bijvoorbeeld ook zonnepanelen.

voor onze
kinderen
Een
duurzame
toekomst

We zitten midden in een energietransitie, maar die omslag gaat niet zomaar. Onze elektriciteitsinfrastructuur is niet zo gebouwd dat we deze veranderingen geruisloos kunnen doorvoeren. Daarom gaat in heel Nederland de schop in de grond, zo ook in Zeeland.

Johanna Breuning (links) is regioregisseur en omgevingsmanager bij TenneT. Suzan van Kruchten (rechts) is projectleider bij het ministerie van Economische Zaken en Klimaat.

Tijd dringt

“We zijn in Zeeland een paar jaar geleden begonnen met de bouw van een nieuwe hoogspanningsverbinding van Borssele naar Rilland”, begint Johanna. “Hiermee transporteren we straks veel groene energie van de windparken op zee naar de rest van Nederland.” Maar de ontwikkelingen voor de energietransitie gaan zo snel, dat deze nieuwe hoogspanningslijn zeker niet het laatste project in Zeeland is. Op dit moment zijn er elf projecten in uitvoering of voorbereiding. Suzan: “En we weten nu al dat dit niet de laatsten zijn. Het zou heel mooi zijn als we nu al wisten wat we precies nodig hebben om de energietransitie voor elkaar te krijgen. Maar de praktijk wijst iets anders uit. Daarom zie je ook dat onze projecten zich allemaal in een andere fase bevinden. Dat is soms lastig, maar je kunt niet wachten tot je een compleet beeld hebt. Dat duurt echt te lang en die tijd hebben we gewoon niet.”

Belangen

Grote industriële complexen zoals Zeeland Refinery en Dow Terneuzen stappen straks over op elektriciteit. Het is de bedoeling dat deze bedrijven zoveel mogelijk gebruik maken van de duurzaam opgewekte elektriciteit op zee. Johanna: “Op het vasteland hebben we weinig plek om grote windparken neer te zetten. Op zee kan dat wel, maar daar hebben we dus wel nieuwe infrastructuur voor nodig.” En om al die infrastructuur aan te leggen is een goede samenwerking met partijen in het gebied belangrijk. North Sea Port is een van die partijen. Veel grond is in handen van dit havenschap, maar ‘even’ aangeven welke grond je nodig hebt, is in dit soort trajecten lastig.

“Bij het aanleggen van een nieuwe verbinding of het bouwen van een nieuw hoogspanningsstation hebben we vaak meerdere locaties in beeld. Dat is bewust, omdat we een zorgvuldige afweging moeten maken. We kijken naar wat technisch mogelijk is, maar ook naar milieueffecten en de invloed op de omgeving. Maar dat betekent dus ook dat zolang wij nog niet weten welke grond we gaan gebruiken, een bedrijf die grond niet voor iets anders kan gebruiken. We vragen nogal wat, daarom is een goede samenwerking en afstemming ook heel belangrijk”, legt Suzan uit. Dat geldt ook voor het contact met regionale netbeheerders, zoals Stedin. “Ook zij willen hun netten aanpassen om de plannen uit de regionale energiestrategie uit te kunnen voeren. Alles moet goed op elkaar afgestemd worden. We kunnen niet anders dan goed met elkaar samenwerken”, vult Johanna aan.

We kunnen er niet omheen, al deze infrastructurele aanpassingen hebben invloed op de leefomgeving van mensen en dieren in dit gebied. Maar ook daar wordt goed over nagedacht. Vanuit de overheid komt er geld beschikbaar voor initiatieven om de leefbaarheid in een gebied te verbeteren. Suzan: “Bijvoorbeeld door het aanleggen van een groene buffer (planten of bomen red.) bij een recreatie- of woonkern.” Maar ondanks al dit soort initiatieven ontkom je er niet aan dat de energietransitie invloed heeft op de leefomgeving. “We kunnen nou eenmaal niet alle infrastructuur onder de grond brengen. Je gaat er hoe dan ook iets van zien. Maar bedenk dan dat we het doen voor de generaties na ons. Voor een duurzame toekomst voor onze kinderen en klein- en achterkleinkinderen”, besluit Johanna.

Samen
optrekken

Klimaatdoelen, duurzame energie, wind- en zonneparken en waterstoffabrieken of kerncentrales: termen die we dagelijks horen. Het jaar 2030 speelt een belangrijke rol, maar we zijn ook al heel druk met de jaren erna. Er moet een hoop gebeuren om een flink aantal klimaatdoelen te halen. Vanuit het ministerie van Economische Zaken en Klimaat staat Suzan van Kruchten als projectleider in Zeeland aan het roer om alle plannen onder de ‘Rijkscoördinatieregeling’ soepel te laten verlopen. Denk aan het verkrijgen van vergunningen of de samenwerking met andere partijen, zoals bedrijven of natuurorganisaties. Vanuit TenneT is Johanna Breuning hét gezicht in Zeeland. Als regioregisseur en omgevingsmanager vormt zij de oren en ogen voor iedereen die te maken krijgt of heeft met projecten van TenneT. Samen zorgen zij ervoor dat de energietransitie in Zeeland zo zorgvuldig mogelijk verloopt. Want er gebeurt nogal wat in deze regio.

Reportage

Reportage

voor onze
kinderen
Een
duurzame
toekomst

Nederland is bezig met de grootste verbouwing ooit. Grote industrieën die jarenlang op fossiele brandstoffen draaien, doen dat straks op elektriciteit. Huishoudens gebruiken steeds minder gas en zoeken naar andere manieren om te verwarmen en te koelen. Hiervoor plaatsen ze bijvoorbeeld ook zonnepanelen.

Belangen

Grote industriële complexen zoals Zeeland Refinery en Dow Terneuzen stappen straks over op elektriciteit. Het is de bedoeling dat deze bedrijven zoveel mogelijk gebruik maken van de duurzaam opgewekte elektriciteit op zee. Johanna: “Op het vasteland hebben we weinig plek om grote windparken neer te zetten. Op zee kan dat wel, maar daar hebben we dus wel nieuwe infrastructuur voor nodig.” En om al die infrastructuur aan te leggen is een goede samenwerking met partijen in het gebied belangrijk. North Sea Port is een van die partijen. Veel grond is in handen van dit havenschap, maar ‘even’ aangeven welke grond je nodig hebt, is in dit soort trajecten lastig.

“Bij het aanleggen van een nieuwe verbinding of het bouwen van een nieuw hoogspanningsstation hebben we vaak meerdere locaties in beeld. Dat is bewust, omdat we een zorgvuldige afweging moeten maken. We kijken naar wat technisch mogelijk is, maar ook naar milieueffecten en de invloed op de omgeving. Maar dat betekent dus ook dat zolang wij nog niet weten welke grond we gaan gebruiken, een bedrijf die grond niet voor iets anders kan gebruiken. We vragen nogal wat, daarom is een goede samenwerking en afstemming ook heel belangrijk”, legt Suzan uit. Dat geldt ook voor het contact met regionale netbeheerders, zoals Stedin. “Ook zij willen hun netten aanpassen om de plannen uit de regionale energiestrategie uit te kunnen voeren. Alles moet goed op elkaar afgestemd worden. We kunnen niet anders dan goed met elkaar samenwerken”, vult Johanna aan.

We kunnen er niet omheen, al deze infrastructurele aanpassingen hebben invloed op de leefomgeving van mensen en dieren in dit gebied. Maar ook daar wordt goed over nagedacht. Vanuit de overheid komt er geld beschikbaar voor initiatieven om de leefbaarheid in een gebied te verbeteren. Suzan: “Bijvoorbeeld door het aanleggen van een groene buffer (planten of bomen red.) bij een recreatie- of woonkern.” Maar ondanks al dit soort initiatieven ontkom je er niet aan dat de energietransitie invloed heeft op de leefomgeving. “We kunnen nou eenmaal niet alle infrastructuur onder de grond brengen. Je gaat er hoe dan ook iets van zien. Maar bedenk dan dat we het doen voor de generaties na ons. Voor een duurzame toekomst voor onze kinderen en klein- en achterkleinkinderen”, besluit Johanna.

Tijd dringt

“We zijn in Zeeland een paar jaar geleden begonnen met de bouw van een nieuwe hoogspanningsverbinding van Borssele naar Rilland”, begint Johanna. “Hiermee transporteren we straks veel groene energie van de windparken op zee naar de rest van Nederland.” Maar de ontwikkelingen voor de energietransitie gaan zo snel, dat deze nieuwe hoogspanningslijn zeker niet het laatste project in Zeeland is. Op dit moment zijn er elf projecten in uitvoering of voorbereiding. Suzan: “En we weten nu al dat dit niet de laatsten zijn. Het zou heel mooi zijn als we nu al wisten wat we precies nodig hebben om de energietransitie voor elkaar te krijgen. Maar de praktijk wijst iets anders uit. Daarom zie je ook dat onze projecten zich allemaal in een andere fase bevinden. Dat is soms lastig, maar je kunt niet wachten tot je een compleet beeld hebt. Dat duurt echt te lang en die tijd hebben we gewoon niet.”

We zitten midden in een energietransitie, maar die omslag gaat niet zomaar. Onze elektriciteitsinfrastructuur is niet zo gebouwd dat we deze veranderingen geruisloos kunnen doorvoeren. Daarom gaat in heel Nederland de schop in de grond, zo ook in Zeeland.

Johanna Breuning (links) is regioregisseur en omgevingsmanager bij TenneT. Suzan van Kruchten (rechts) is projectleider bij het ministerie van Economische Zaken en Klimaat.

Samen
optrekken

Klimaatdoelen, duurzame energie, wind- en zonneparken en waterstoffabrieken of kerncentrales: termen die we dagelijks horen. Het jaar 2030 speelt een belangrijke rol, maar we zijn ook al heel druk met de jaren erna. Er moet een hoop gebeuren om een flink aantal klimaatdoelen te halen. Vanuit het ministerie van Economische Zaken en Klimaat staat Suzan van Kruchten als projectleider in Zeeland aan het roer om alle plannen onder de ‘Rijkscoördinatieregeling’ soepel te laten verlopen. Denk aan het verkrijgen van vergunningen of de samenwerking met andere partijen, zoals bedrijven of natuurorganisaties. Vanuit TenneT is Johanna Breuning hét gezicht in Zeeland. Als regioregisseur en omgevingsmanager vormt zij de oren en ogen voor iedereen die te maken krijgt of heeft met projecten van TenneT. Samen zorgen zij ervoor dat de energietransitie in Zeeland zo zorgvuldig mogelijk verloopt. Want er gebeurt nogal wat in deze regio.