Bert Hesse, ecoloog bij Das & Boom
Oog voor de Drentse Das
hoogspannings-station
In Nederland wonen naar schatting zo’n 7000 dassen. In Engelse sprookjes vertolken ze vaak de rol van een wijs en bedachtzaam dier. Die gedachte sluit ook helemaal aan op hoe Bert Hesse, ecoloog bij Das & Boom, het dier ziet. Toch zien we in Nederland de das vaak op een negatieve manier in het nieuws. Zoals laatst, toen bleek dat hij gaten in het talud onder de rails van de spoorwegen had gegraven. Maar het kan ook anders.
Planoloog TenneT
Joris den Breejen
“Alle tekeningen voor het station en de hoogspanningsmasten lagen klaar, toen we ontdekten dat er een dassenfamilie op de geplande plek van een mast woont. Gelukkig is onderzoek doen iets dat we al in een vrij vroeg stadium doen, dus konden we ook snel terug naar de engineers aan de tekentafel. De mast is naar het zuiden verschoven. Hiermee valt de mast en de aanleg daarvan buiten de verstoringsafstand van de dassenburcht. We zorgen er dus voor dat we het leefgebied van de dieren niet te veel verstoren tijdens de bouw. Door de nieuwe locatie is ook het type mast aangepast, er komt nu geen steunmast maar een hoekmast. We zijn nog een paar keer teruggegaan naar de locatie om er zeker van te zijn dat de nieuwe tekeningen kloppen en we op de juiste manier omgaan met de dieren in het gebied.”
Als je iets meer rekening houdt met elkaar, is het prima samenleven. Een mooi voorbeeld zien we bij het hoogspanningsstation aan de Boerdijk in Veenoord, in de buurt van Emmen.
Oog voor de Drentse Das
Bert Hesse werkt al heel wat jaren voor Das & Boom en zorgt er zo voor dat de dassenpopulatie in Nederland op peil blijft. “De das hoort in Nederland, en sinds de jaren ‘80 krijgt het dier extra bescherming om te voorkomen dat het uitsterft.” En dat is ook nodig, want de populatie holde eerder hard achteruit. De grootste vijand is het verkeer en in het verleden werd er ook nog op het dier gejaagd. Je ziet een das vooral aan de oostkant van Nederland. De wat hoger gelegen, heuvelachtige gebieden zoals Drenthe. Een bosje om in te schuilen op een dijkje of een talud heeft al snel een grote aantrekkingskracht op het dier. “Het is echt fascinerend om te zien hoe hij zijn burcht bouwt. Ik heb ook veel bewondering voor hoe een dassenfamilie leeft. Het zijn sociale dieren, erg gericht op de eigen familie en ze leven soms wel 100 jaar op dezelfde plek.”
Maar niet iedereen is zo enthousiast als Bert. “Door zijn beschermde status zien veel mensen het dier nog wel eens ‘per ongeluk’ over het hoofd. Als dan later blijkt dat er een dassenfamilie woont op een plek waar je iets wilt bouwen, dan worden alle vergunningen per direct ingetrokken. Dat zorgt voor een slecht imago terwijl er echt wel iets aan te doen is.” Net als op de bouwlocatie van hoogspanningsstation Veenoord Boerdijk. In de onderzoeksfase stuitte het team ook hier op een dassenburcht. Precies op de plek waar ook gebouwd wordt aan het station. Bert werd ingeschakeld om te kijken wat er moest gebeuren. “Ik kijk in eerste instantie of de ‘pijpen’, de ingangen van de burcht belopen zijn. Dat betekent dat ik onderzoek of er sporen zijn die bevestigen dat de dassenburcht bewoond is. Dassen zijn nachtdieren, dus overdag kom je ze niet tegen. De burcht hier blijkt inderdaad bewoond, dus heb ik een plan gemaakt voor een kunstburcht iets verderop. De dassen kunnen hiernaar uitwijken als de overlast van de bouwwerkzaamheden toch te veel wordt.”
Met een kunstburcht, een door mensen nagebouwde burcht, geef je de dassen een goed alternatief, waar ze naar toe kunnen verhuizen. Een das heeft in zijn leefgebied verschillende routes die hij loopt om aan eten te komen. Geur is daarin een leidraad. “We zoeken dan naar een geschikte plek in het gebied waar de das actief is. In dit geval hebben we gekozen voor een strook bos van Staatsbosbeheer. Dat bos ligt ver genoeg verwijderd van het aan te leggen station en er komt normaalgesproken geen mens. Het dus de ideale plek om de dassenfamilie een veilig onderkomen bieden.”
Natuurlijk kun je de das niet dwingen om er te gaan wonen. “Maar we hebben er dan wel alles aan gedaan om de dieren te beschermen en we hebben goede ervaringen met deze manier van werken”, besluit Bert.
Bert Hesse, ecoloog bij Das & Boom
hoogspannings-station
In Nederland wonen naar schatting zo’n 7000 dassen. In Engelse sprookjes vertolken ze vaak de rol van een wijs en bedachtzaam dier. Die gedachte sluit ook helemaal aan op hoe Bert Hesse, ecoloog bij Das & Boom, het dier ziet. Toch zien we in Nederland de das vaak op een negatieve manier in het nieuws. Zoals laatst, toen bleek dat hij gaten in het talud onder de rails van de spoorwegen had gegraven. Maar het kan ook anders.
Oog voor de Drentse Das
Planoloog TenneT
Dat doen we door oplossingen te bedenken over hoe we de natuur bij nieuwe of bestaande hoogspannings-
verbindingen of -stations kunnen versterken. Erik: “En dat is hard nodig. Het aantal insecten in Nederland loopt drastisch terug en we hebben door de energietransitie steeds meer grond nodig om hoogspanningsverbindingen en -stations een plek te geven.
Je kunt dus niet zomaar bouwen zonder de omgeving waarin je dat doet mee te nemen in je plannen. Ook wanneer het bouwen achter de rug is, is het belangrijk om de natuur onder of rondom een hoogspanningsverbinding of -station goed te verzorgen en waar het kan te versterken.”
Joris den Breejen
Als je iets meer rekening houdt met elkaar, is het prima samenleven. Een mooi voorbeeld zien we bij het hoogspanningsstation aan de Boerdijk in Veenoord, in de buurt van Emmen.
Op sommige plekken zaait TenneT kruidenrijke grassen in. “Ook hiermee versterken we de biodiversiteit.” Alles met het doel om de grond rondom of bij een hoogspanningsverbinding of -station zo natuurlijk mogelijk en passend in het gebied in te richten. “Dit soort plannen maken we altijd samen met de grondeigenaar en de mensen in het gebied. “Zo hebben we met een grondeigenaar een plan gemaakt om de Amerikaanse vogelkers te verwijderen. Hij kreeg er een prachtig heidegebied voor terug.”
Hoogspanningsverbindingen van 150 kV en lager worden tegenwoordig altijd onder-
gronds aangelegd. “Maar bij de hogere spanningsniveaus kan dat niet altijd. Juist op die plekken is het belangrijk dat we goed voor de natuur zorgen. Ik ga graag naar de Zeeuwse kust, het is een prachtige provincie. En door de energietransitie ben ik er nu ook veel voor mijn werk. Ik probeer zoveel mogelijk mensen te betrekken bij de ideeën om iets voor de natuur te doen.
Denk bijvoorbeeld aan draadmarkeringen in hoogspanningsverbindingen, om vogels te waarschuwen en te voorkomen dat ze tegen de hoogspanningslijnen vliegen. “Of we hangen kunstnesten op in hoog-
spanningsmasten. We nodigen vogels uit om zich op veilige plekken in onze masten te nestelen om gevaarlijke situaties, zoals overslag, te voorkomen.” Niet alleen de masten krijgen aandacht, ook de hoogspanningsstations nemen we in de natuurplannen mee. “Een hoog-
spanningsstation is vaak omgeven door gras. Je kunt gras ook op verschillende manieren maaien. Bijvoorbeeld ‘sinus-
maaien’ of wel slingerend maaien, hierdoor is het gras niet overal even kort omdat we zo’n 40% van de vegetatie laten staan. Zo hebben insecten een plek om te leven.”
Bert Hesse werkt al heel wat jaren voor Das & Boom en zorgt er zo voor dat de dassenpopulatie in Nederland op peil blijft. “De das hoort in Nederland, en sinds de jaren ‘80 krijgt het dier extra bescherming om te voorkomen dat het uitsterft.” En dat is ook nodig, want de populatie holde eerder hard achteruit. De grootste vijand is het verkeer en in het verleden werd er ook nog op het dier gejaagd. Je ziet een das vooral aan de oostkant van Nederland. De wat hoger gelegen, heuvelachtige gebieden zoals Drenthe. Een bosje om in te schuilen op een dijkje of een talud heeft al snel een grote aantrekkingskracht op het dier. “Het is echt fascinerend om te zien hoe hij zijn burcht bouwt. Ik heb ook veel bewondering voor hoe een dassenfamilie leeft. Het zijn sociale dieren, erg gericht op de eigen familie en ze leven soms wel 100 jaar op dezelfde plek.”